Meer informatie: Tekst, 'Een tegengeluid uit de polder'

'Culturele planologie' voor Legmeer-West'.Onder de rook van Schiphol,
binnen de grenzen van de gemeente Uithoorn, ligt het gebied Legmeer-West. Vanaf
2006 ondergaat deze omgeving in fases een grote metamorfose. Uit het voormalige
polderlandschap verrijst hier een nieuw woonlandschap.
Voor de culturele aspecten van deze gedaantewisseling organiseerde de gemeen-
te Uithoorn een experimentele samenwerking tussen een landschapsarchitect (Pie-
ter van Loon/Hollandschap), een bioloog-ecoloog (Peter van der Linden) en een
kunstenaar. De opzet hierbij was om het nieuwe woongebied vanuit een ruimer dan
gebruikelijk planologisch perspectief te ontwikkelen, en om binnen het kader van
de 'culturele planologie' een initiatief van de provincie Noord-Holland - tot
frisse ideeën te komen die de nieuwe omgeving zouden kunnen verlevendigen

'De geluidslijn'
Voor dit gebied zijn geluid en geluidsoverlast, nu en in de
toekomst, een bepalende factor. De grens van de zogeheten 30 ke-geluidszone van
Schiphol - waarbinnen geen nieuwbouw mag plaatsvinden - doorkruist Legmeer-
West vrijwel diagonaal. Hij doorsnijdt de omgeving bruut op de geografische kaart.
Maar hoe fictief en schijnbaar willekeurig de 30 ke-lijn in theorie ook lijkt, de wijk
is er letterlijk en met uiterste precisie om- en overheen gebouwd. Zo staat de school
er pal bovenop gepland, met de klaslokalen aan de ene kant en de gymzaal aan de
andere kant.
De rigide gehanteerde, absurdistische en bijna kafkaëske 30 KE-geluidslijn vroeg
om een kunstzinnig 'tegengeluid'. Daarom loopt de lijn niet alleen in bureaucra-
tische zin door dit gebied, maar ook als een rode draad door mijn ontwerpen voor
de cultureel planologische ontwikkeling van Legmeer-West. Daarnaast beoogde
ik de ontwikkeling van een aantal projecten in allerlei vormen met mooie, alterna-
tieve geluiden, dit alles onder de noemer 'Tegengeluid'.

Het ontwerp 'Tegengeluid'.
Om de geluidslijn voor de toekomstige bewoners zichtbaar te maken en in een historisch
perspectief te plaatsen ontwierp ik een reeks 'oordoppen'. Elk van deze 'oordoppen'
is een kleinood: als parels aan een ketting rijgen ze zich aaneen en volgen ze de geluidslijn
door de gehele omgeving heen. De 'oordoppenlijn' loopt zo, net als de 30 ke-geluidslijn,
dwars over de straten en grasvelden en het schoolplein.
Daarnaast ontwierp ik straatnaamborden voorzien van diergenluiden van dieren
die ter plekke voorkomen, als klank geschreven. Hiervoor is een inventarisatie ge-
maakt van de dieren die voor de bouw van de woonwijk in het gebied voorkwamen.
Een daarvan is de rugstreeppad, een beschermde diersoort, en dit kleine diertje zorg-
de voor een hachelijke situatie. Volgens de Europese regelgeving dient het een nieuw
leefgebied aangeboden te krijgen, anders mag er niet gebouwd worden of loopt de
gemeente de Europese subsidies mis. Geen eenvoudige opgave, want de pad komt
slechts voor op 'geroerde grond'. Hij vertoeft hier juist omdat er sprake is van een
tijdelijk, omwoeld bouwterrein, en verblijft alleen maar tijdelijk in andere leefgebie-
den. Toch heeft men de paddeneieren verhuisd naar een nieuwe, speciaal aangelegde
locatie, hoewel het maar de vraag is of het dier zich daar thuis gaat voelen.

De diergeluiden op de straatnaamborden leiden tot vervreemdende en poëtische
teksten. Hierbij is wat betreft de vogels 'Petersons Vogelgids' als leidraad genomen. Die
vermeldt bijvoorbeeld over het geluid van de kerkuil: 'Een onheilspellende schreeuw,
daarnaast sissende, snurkende en keffende geluiden'. Over de patrijs: 'Krrr-ik,
kerrwik'. En over de knobbelzwaan slechts: 'Zwijgzaam'.
De dieren dienen in het project 'Tegengeluid' zoveel mogelijk 'medebewo-
ners' van de nieuwe wijken te blijven of te worden. Daarom zijn in het ontwerp
ook nestkasten opgenomen voor vleermuizen, speciale dakpannen voor mussen en
bepaalde beplanting die als onderkomen voor insecten dient.
Ook de menselijke stem kan als 'tegengeluid' fungeren. Het ontwerp behelst
onder andere een «speelbos» waar voorstellingen kunnen worden gehouden door
kinderen in een sprookjesachtig en natuurlijk amfitheatertje dat omringd is door
eiken - van oudsher de boom waaronder goden zich openbaren. Daarnaast voorziet
het in een speakers' corner op het schoolplein, waar kinderen in de open lucht hun
voordracht of spreekbeurt kunnen houden.
Ten slotte is deel van het ontwerp dat alle bruggen in het gebied worden voor-
zien van teksten die met geluid te maken hebben, terwijl tussen de bomen in het
«speelbos» een vliegtuig opdoemt. Het plan was om daartoe een oud vliegtuig aan
te schaffen, kindvriendelijk te maken en in gebruik te nemen als alternatief speel-
toestel. Bij het vliegtuig zouden de kinderen de mogelijkheid krijgen om op een
knop te duwen, waarmee ze contact krijgen met de verkeerstoren van Schiphol.

'Tussen droom en daad'.
Vanaf 2006 wordt een aantal van deze voorstellen uitgevoerd. Op dit moment
zijn de eerste straatnaamborden met dierengeluiden al aangebracht, en de rest
volgt in de komende jaren tijdens de verdere ontwikkeling van de wijk.
Ook met de aanleg van het natuurlijke theatertje is al begonnen.
Overigens is de positieve beslissing over al deze plannen pas na een lange politieke
weg met veel prikkeldraad en hindernissen genomen - de tekst bij de knobbelzwaan
('Zwijgzaam') leidde bijvoorbeeld tot bezwaren bij de straatnamencommissie.
Maar 'tussen droom en daad staan wetten in de weg', en blijkbaar ook politieke
bezwaren, zodat niet alle voorstellen zijn overgenomen volgens het ontwerp. Zo is
het voorstel om bij het kiezen van de straatnamen 'straat' of 'laan' achter elke
dierennaam te zetten niet gehonoreerd (de bewoners leven dus nu in 'Kieviet' en
niet in de 'Kievietstraat'), en werd het vliegtuig te utopisch en 'riskant' bevonden,
terwijl de lijn van oordoppen volgens de gemeentepolitici te veel (een negatief) ac-
cent op de geluidslijn door de wijk zou hebben gelegd.
Desalniettemin is Uithoorn de eerste gemeente in Nederland waar een project
met dierengeluiden op straatnaamborden is gerealiseerd. Elke dag kunnen mensen
nu even stilstaan bij het feit dat zij op deze plek samen met dieren wonen, die veelal
onzichtbaar zijn. Via de straatnaamborden laten deze oorspronkelijke bewoners
voortaan op ongebruikelijke en poëtische wijze van zich horen: een sprekend
'tegengeluid' vanuit de polder.