(Zonder titel)
Ik leef onder mijn nagels.
Mijn glazen ruggenwervels
kraken harder dan het wit
van de lakens.
De merels zingen hier maar wat
tussen de afgevallen bladeren.
Littekens zijn stoer
zei iemand achteloos
die het binnenmeer
niet zag en niet wist
dat je water
nooit kunt hechten.