• Brief aan Muntcommissie Aan: De leden van de selectiecommissie
T.a.v. Mr. E. J. Bouman
Postbus 20201
2500 EE Den Haag
Amsterdam, 10 november 2009
Geachte heer Bouman, geachte leden van de selectiecommissie,
Het was mij een eer en genoegen om een munt ter ere van de hoofdfiguur uit Multatuli’s indrukwekkende boek Max Havelaar of de koffijveilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappij te mogen ontwerpen. Ik heb het dan ook met veel plezier gedaan.
De romanfiguur Max Havelaar streefde ‘goedheid, eerlijkheid en rechtvaardigheid’ na. Het lijkt bijna een tegenstelling om iemand met zo’n gerichtheid op immateriële zaken aan een geldstuk te verbinden.
Max Havelaar was verheugd dat hij tussen de arme bevolking kon wonen en werken en heeft op allerlei manieren geprobeerd hen in bescherming te nemen tegen de toenmalige gevestigde orde - de Nederlandse koloniale machthebbers en de plaatselijke regenten. Zijn nobele streven de plaatselijke bewoners te geven wat hen in zijn optiek toekwam - zoals de opbrengst van hun eigen land - is niet alleen vastgelegd in wat velen beschouwen als de grootste Nederlandse roman ooit geschreven, maar is ook nog steeds actueel.
Belangrijk voor mij was dan ook om een munt te ontwerpen die tot ons ‘spreekt’ met de stem van Max Havelaar, een literaire uitstraling heeft en een poëtische en vooral ook immateriële waarde vertegenwoordigt.
Tekst, blaadje, dauwdruppels
Aan de keerzijde van het ontwerp zweeft een transparant blaadje van een koffieplant. Het zou mooi zijn als er voor de weergave van het blad een echt blaadje (al dan niet uit Lebak, waar Max Havelaar assistent-resident was) - driedimensionaal gescand, of eerst afgegoten - gebruikt zou kunnen worden.
Door het koffieblaadje heen schemert het portret van Multatuli en erboven staat de naam van de romanfiguur ‘Max Havelaar’. Multatuli en Max Havelaar vallen hier samen. Werkelijkheid en fictie versmelten, zoals ook in het boek het geval is.
Door de associatie met de koffiehandel steekt onvermijdelijk ook de figuur Droogstoppel de kop op. Droogstoppel en Max Havelaar vertegenwoordigen twee volkomen tegengestelde opvattingen over de opbrengsten van het land en de koffiehandel, totdat de schrijver Multatuli het heft in eigen hand neemt in zijn roman, en oordeelt. Multatuli was een van de eerste 'vrijdenkers' - humanisten - van zijn tijd.
Op de munt staat de tekst: ‘dauwdrup in de bloemkelk die dorst heeft.’ Dit zijn woorden uit de belangwekkende toespraak van Max Havelaar bij zijn aantreden als assistent-resident, in aanwezigheid van de resident. Die toespraak blijkt gaandeweg een warmhartig pleidooi voor de armen.
Havelaar vraagt zich letterlijk af: ‘Geeft Hij niet regen waar de halm verdort, en een dauwdrup in de bloemkelk die dorst heeft?’ Hij bedoelt hiermee: er zal altijd wel een voorzienigheid zijn die hulp brengt aan hen die het nodig hebben - wie of wat die voorzienigheid ook moge zijn.
De dauwdrup is natuurlijk een prachtige metafoor voor iets van immens veel grotere waarde dan geld. Het was eigenlijk Max Havelaar, die een dauwdruppel was voor de mensen daar. En het feit dat juist deze woorden op een munt staan, maakt de munt zelf ook tot een dauwdruppel. (Ik twijfel nog of ik voor 'dauwdrup' het woordje 'een' moet zetten, maar het tekstbeeld is rustiger zonder.)
Ik heb deze niet al te bekende en ook niet voorspelbare tekst uit het boek gekozen, omdat Multatuli’s ideeën optimaal uit deze woorden naar voren komen en hij hieruit zo mooi in zijn verschillende hoedanigheden voor ons verschijnt: als schrijver, humanist, voorvechter van de rechtvaardigheid, degene die heilig vertrouwt op het goede, als romanticus en dichter.
Ik geloof dat het citaat ook op zonderling mooie wijze aansluit bij wat de koningin in onze tijd uitdraagt. In haar (Kerst-)toespraken spreekt zij zo dikwijls van betrokkenheid ten aanzien van de medemens en keert zij zich tegen de onverschilligheid en tegen het hedendaags materialisme.
De dauwdruppels dwarrelen in veelvoud om het portret van Multatuli. Het lijken wel sterren tegen een donkere, Indonesische hemel. Omgekeerd gebruikt (donker is licht, en andersom) aan de voorzijde met de koningin, geven de stippen het effect van een koninklijke, hermelijnen mantel. Het zou mooi zijn als er een zo groot mogelijk contrast kan ontstaan tussen druppels en achtergrond, zodat er ‘ruimte’ - op de keerzijde als de ruimte van een nachtelijke hemel - op de munt ontstaat. De druppels zijn een beetje ovaalvormig.
De koningin
Ik heb geprobeerd de koningin op een waardige wijze weer te geven. Het fragiele potloodlijntje tast voorzichtig haar contouren af. Op die manier sluit haar hier bijna ‘tere’ beeltenis aan bij de melancholische, nostalgische sfeer van het negentiende-eeuwse, fijnbesnaarde portret van Mutatuli in het ovale blad. De hals van de koningin heeft net als de vorm van het blad iets zwierigs.
Gebruikte letter
Het gebruikte lettertype 'Jenson' - genoemd naar zijn ontwerper Nicolas Jenson (ca 1420-1480) - oogt klassiek en een tikje romantisch. Het is gebaseerd op de baanbrekende 'humanistische' letters van deze drukker en lettersnijder, die als eerste voor volledig voor moderne letters koos. Aan het eind van de negentiende eeuw - in Multatuli's tijd - werd de letter opnieuw populair. De letter staat bekend als 'harmonieus' en 'natuurlijk' en leest gemakkelijk.
Er was mij veel aan gelegen om de tekst op de munt, ook qua grootte, voldoende leesbaar te houden.
Bovendien lijkt het gebruikte cursief van de Jenson op een schrijfletter, hetgeen aansluit bij het blaadje dat de associatie oproept met een veer waarmee men vroeger schreef.
Tot slot...
Multatuli spreekt in de laatste zin van zijn boek tot de toenmalige koning Willem III. Of beter: hij schreeuwt het uit.
De koningin en Mutatuli zijn beiden op de munt ‘en profil’ weegegeven. Het lijkt of zij op het punt staan elkaar iets te gaan zeggen of te vragen. En wij weten dat onze huidige Koningin als geen ander in de geschiedenis van de Nederlandse monarchie in staat is te luisteren, naar hartenkreten evengoed als naar de stem des tijds.
Multatuli kijkt in de richting van het jaartal 2010, alsof hij naar de toekomst kijkt. De jaartallen aan weerszijden van deze kant van de munt tonen niet alleen wanneer het boek voor het eerst is verschenen en geven de munt een historische dimensie, maar laten ook zien ook dat de inhoud zijn actualiteit nooit is verloren.
Ik hoop dat Multatuli vanaf deze ‘klinkende munt' opnieuw zijn hartenkreet kan laten horen. De munt zal ons qua materiaal, Multatuli’s woorden met zich meedragend, overleven.
Bekommernis om de medemens middels ‘goedheid’ en ‘rechtvaardigheid’, zijn de dauwdruppen op de gloeiende plaat van onze samenleving. De dauw op deze munt zal nooit verdampen.
Met vriendelijke groet,
Iris Le Rütte,
Amsterdam, november 2009
Iris Le Rütte
Korte Zoutkeetsgracht 8
1013 MC Amsterdam
www.irislerutte.nl
|