Laagtij
Je ebt weg,
langzaam eb je weg.
Je zinnen verwaaien in
het prikkeldraad. Stekend,
kervend, schurend slaan
de laatste herinneringen als
zandkorrels tegen mijn raam.
Onze kinderwoorden hebben
we begraven, ons verleden
een zeemansgraf gegeven.
Je ebt weg,
zelfs de leegte
ebt weg.