Kaart
De zomer hangt hier laag.
Wij dweilen in koelucht. De
dijken leggen schaduwen schuin
op hun rug en alle bruggen
vallen open. Ik drink glazen
vol heimwee en schrijf
je een kaart: Het is hier fijn.
Veel grazende zwanen in de
wei en de merels zingen hard
in zwarte maatpakken.